Meer links

Koi karpers

Bijna iedereen heeft wel eens gehoord van de Koi karper. Het is de nationale vis van Japan en vooral in siervijvers deze vis enorm populair. Gebaseerd op hun kleuren, patronen en onderlinge verhoudingen kunnen verschillende koivariëteiten onderscheiden worden. Voor sommige van deze Koi variaties worden er strenge eisen gesteld voordat ze bij een bepaalde soort horen. Zo is er bijvoorbeeld de Taisho Sanshoku, dit is een witte Koi met rode en zwarte patronen. Het zwart mag bij deze soort vis niet onder de zijlijn komen of op het hoofd, om tot de soort 'Taisho Sanshuko' gerekend te kunnen worden. 

Geschiedenis van Koi karpers

De Koi heet officieel nishikigoi. 'Nishiki' is het Japanse woord voor “kleurig kleed”. Eigenlijk betekent het dus niets meer dan gekleurde karper. Men vermoedt dat dat de karper (Cyprinuscarpio) oorspronkelijk uit Iran stamt. Deze vissoort leefde van origine in het wild en diende vaak als voedsel. Ongeveer 1000 jaar geleden is de Koi door handelaren meegenomen naar Japan, China en West-Europa. Alhoewel de Koi dus ook voorkomt in West-Europa en China, is de vis het populairst in Japan. Ondanks de grootte van de Koi, wordt er vaak gedacht dat de Koi zijn oorsprong in de goudvis vindt. De goudvis heeft wel dezelfde voorouders als de kroeskarper en werd gekweekt in China, waar er al ruim 2000 jaar karpers werden gekweekt. Goudvissen worden lang niet zo groot als Koi en zijn duidelijk van Koi's te onderscheiden. Behalve dat Koi's groter zijn, heeft de vis ook twee paar tastdraden op de bovenlip. Deze heeft de goudvis niet.

Gekleurde Koi karpers kweken

Van oorsprong is de karper een bruinige vissoort, maar zo nu en dan vertoonden sommige van deze vissen rode en blauwe kleuren. Door selectief met dit soort mutanten verder te kweken, is men erin geslaagd om op den duur gekleurde Koi karpers te ontwikkelen. De nishikigoi zoals we hem nu kennen, is een Japanse creatie die voor de sier werd gekweekt. 

Met de term "levend sieraad" beschreven de japanners deze schitterende kleurrijke vis. De eerste sierlijke exemplaren werden zelfs aan de keizer geschonken en ze worden nu in heel Japan in openbare parken gehouden. De nishikigoi dook het eerst op in het viskweekgebied bij het Japanse Niigata, waar voor het eerst gekleurde mutanten uit karperkweekvijvers werden gehaald. Hoewel de Koi karper dus van oorsprong uit het gebied Niigata komt, worden ze nu in vrijwel heel Japan gekweekt. Dankzij moderne kweektechnieken en het warme klimaat in het zuiden groeien de jonge vissen heel snel. Het is niet ongewoon dat een Koi karper 60cm groeit binnen drie jaar.  

Het kweken van de Koi begint in april. Eerst worden de beste en mooiste jonge visjes in een natuurlijke vijver uitgezet zodat ze kunnen groeien. Maar niet alleen de kleintjes worden in deze vijver uitgezet, de oudere Koi komen hier ook in terecht om hun kleur en huid te verbeteren. Deze vijvers worden ook wel modder- of veldvijvers genoemd, en komen voor in bergachtige gebieden en hebben een toeloop van vers water door de beken en bronnen in de buurt. In de herfst worden de Koi's geoogst, ze worden dan naar de winkels gebracht en hier worden ze beoordeeld en uiteindelijk verkocht. Dit verkoopseizoen is populair onder handelaren uit de hele wereld, maar ook onder Japanse verzamelaars. De koikwekerijen worden half oktober bezocht om een Koi uit te kiezen.

Export van de Koi 

Door de uitvinding van de plastic zak, eind jaren zestig, was het mogelijk om Koi over de hele wereld te vervoeren. Sinds de tweede Wereldoorlog heeft Japan duizenden Koi naar het Westen geëxporteerd. Maar liefhebbers in Noord-Amerika en West-Europa kopen niet alleen geïmporteerde Koi, maar ze kweken tegenwoordig ook zelf Koi. Net als in Israël en Singapore. Deze koisoorten zijn wel van mindere kwaliteit dan die uit Japan, maar het wordt verwacht dat naarmate de kennis van de kweektechnieken toeneemt, het niveau en de kwaliteit ook zullen verbeteren.