Koi zijn eigenlijk hele hongerige beesten. Ze zijn constant op zoek naar voedsel. In het wild eten ze ook de hele dag, bijvoorbeeld waterdiertjes, insecten en waterplanten. Dit is in een vijver moeilijk na te bootsen, daarom moeten Koi die in een vijver leven bijgevoerd worden. Een interessant feit is dat de Koi geen maag heeft, maar alleen een darmstelsel. Dit betekent ook dat een Koi geen verzadigingsgevoel heeft en dus zal blijven eten zolang er voedsel is. Het teveel gegeten voedsel zal onvolledig verteerd de Koi verlaten, en dus uw vijver vervuilen. Daarom is het goed om stil te staan bij de hoeveelheid voedsel dat u geeft en wanneer u uw Koi voert. Het wordt aangeraden om gedurende de dag de Koi kleine porties te voeren, omdat er dan zo min mogelijk afvalstoffen in het water terecht komen. Ook de grootte van het voer is van belang. Hoe groot de korrel moet zijn hangt af van de lengte van de Koi. Kleine korrels worden gegeven aan Koi tussen de 8-25 cm en Koi tussen de 20 en 30 cm kunnen een middelmaat korrel krijgen. Bij twijfel is het altijd verstandig om een kleine korrel voer te geven in plaats van een grote. Het voedsel moet altijd op een droge en koele plek bewaard worden in een hersluitbare bak, om de vitamines en ingrediënten optimaal te behouden.
Het voeden en de soort voeding hangt voor een Koi grotendeels af van de temperatuur van het water, dit heeft namelijk een effect op de stofwisseling van de Koi. Hoe hoger de watertemperatuur, hoe sneller de stofwisseling van de Koi. Wanneer de watertemperatuur onder de 8 graden is, bijvoorbeeld in de winter, moet u de Koi niet voeren.
Wanneer de temperatuur tussen de 8 en 13 graden is, kunt u de Koi tarwekiem voeden. Dit bevat minder eiwitten en kan daarom makkelijk door de Koi verteerd worden. Boven de 13 graden kunt u overstappen op standaardbrokjes en boven de 18 graden kunt u dit aanvullen met eiwitrijke producten. Deze zijn ook goed voor de kleuren van de koi. Wanneer u een verwarmde vijver heeft, kunt u het hele jaar door hetzelfde voer geven. Wel is het verstandig om enkele weken per jaar over te stappen op tarwekiem, dit is goed voor de gezondheid van de Koi.
Ook de hoeveelheid voeding en hoe vaak een Koi gevoerd moet worden hangt af van de temperatuur van het water. Als richtlijn kunt u er vanuit gaan dat u in de zomermaanden de Koi 2% van zijn lichaamsgewicht kunt voeren. Daarnaast moet u de Koi niet meer voedsel geven dan dat ze in 5 minuten kunnen opeten. Het wordt dus vooral geadviseerd om verschillende hoeveelheden voer uit te proberen, om te zien hoeveel tijd de Koi eraan kwijt is. Hoe warmer het wordt, hoe vaker u de Koi moet voeren. Zo moet u tussen de 7 en 10 graden de Koi maar 2 keer per week voeren, terwijl dus kan oplopen tot 3 à 4 maal per dag bij een temperatuur tussen 25 en 30 graden.
Terug naar overzicht